Blaffende honden bijten niet.

🦴 Over een hondje dat gromt. En over ons.
Vanmorgen vertelde mijn 13-jarige zoon over zijn stage bij een organisatie die honden opvangt.

Met twinkelende ogen sprak hij over één hondje in het bijzonder.
“Echt een HSP, mam,” zei hij.

Een hondje dat snel overprikkeld is.
Dat zich terugtrekt als het te druk wordt.
Dat niet zomaar geaaid wil worden.
Dat gromt als iemand te dichtbij komt.

“Ik vind het zo knap,” zei hij.
“Die hond kiest gewoon z’n plek. Die laat z’n grens horen. Mensen vinden dat vaak lastig… maar eigenlijk zou iedereen af en toe moeten blaffen.”

En daar stond ik.
Geraakt door zijn woorden.
Want hij heeft gelijk.

Hoe vaak slikken wij onze grom in?
Hoe vaak schuiven we opzij, pleasen we, verdragen we te veel…
…terwijl iets in ons eigenlijk wil zeggen: tot hier.

We zouden allemaal wat vaker mogen grommen.
Niet uit boosheid. Maar uit helderheid.
Zodat we trouw blijven aan onszelf.

🐾 Dankjewel, hond.
Dankjewel, wijze zoon.